Maken van een tabel

✷ EXPERTNIVEAU

Waarnemingen bij een experiment verwerk ik zo veel mogelijk in een tabel, omdat:

  • een tabel overzichtelijk is;
  • van een tabel eenvoudig een grafiek te maken is.

Als ik een tabel maak, volg ik onderstaand stappenplan:

  • titel:
    • ik bepaal de titel en zet deze boven de tabel; de titel beschrijft het onderwerp waar de tabel over gaat
  • grootheden:
    • ik onderscheid de ‘factor die invloed’ heeft en ‘dat wat ik te weten wil komen’
    • ik bepaal welke grootheden of kenmerken voor het betreffende onderwerp nog meer opgenomen moeten worden in de tabel
  • aantal kolommen:
    • de eerste kolom bevat de ‘factor die invloed heeft’
    • ik bepaal het aantal kolommen, d.w.z. het aantal onderwerpen of kenmerken dat men uit de te maken tabel te weten wil komen;
    • een kolom kan zonodig gesplitst worden in meerdere kolommen om bijvoorbeeld herhaalde metingen en gemiddelden naast elkaar te zetten.
  • tekenen tabel:
    • ik teken de kolommen, met potlood en lineaal;
    • ik zet boven elke kolom de grootheid en in welke eenheid de waarden worden vermeld;
    • ik zet een dikke lijn onder de kolomkop;
    • ik zet een dubbele lijn tussen de kolommen waarin metingen komen te staan en kolommen die berekend worden;
    • ik geef in de kolomkop aan welke (eventuele) berekening er plaats vindt
  • invullen gegevens:
    • ik vul de gegevens in de tabel in, zodanig dat op één rij gegevens staan die bij elkaar horen.
    • ik doe dat met de juiste significanties

✷ VOORBEELD

Ik volg het stappenplan:

  • titel:
    • ik bepaal de titel en zet deze boven de tabel; de titel beschrijft het onderwerp waar de tabel over gaat
    • in dit voorbeeld: de slingertijd van een slinger bij verschillende lengtes van de slinger

  • grootheden:
    • ik onderscheid de ‘factor die invloed’ heeft en ‘dat wat ik te weten wil komen’
    • in dit voorbeeld: factor die invloed heeft is de lengte van de slinger en wat ik wil weten is de slingertijd

    • ik bepaal welke grootheden of kenmerken voor het betreffende onderwerp nog meer opgenomen moeten worden in de tabel
    • in dit voorbeeld: tijd voor 10x slingeren

  • aantal kolommen:
    • de eerste kolom bevat de ‘factor die invloed heeft’
    • ik bepaal het aantal kolommen, d.w.z. het aantal onderwerpen of kenmerken dat men uit de te maken tabel te weten wil komen;
    • een kolom kan zonodig gesplitst worden in meerdere kolommen om bijvoorbeeld herhaalde metingen en gemiddelden naast elkaar te zetten.
    • in dit voorbeeld:
      1e kolom: de lengte van de slinger in cm.
      2e kolom: de tijd voor 10x heen en weer slingeren in s. Dit is een meting.
      3e kolom: de slingertijd in s. Dit is een berekening.

  • tekenen tabel:
    • ik teken de kolommen met potlood en lineaal
    • ik zet boven elke kolom de grootheid en in welke eenheid de waarden worden vermeld
    • ik zet een dikke lijn onder de tabelkop 
    • ik zet een dubbele lijn tussen de kolommen waarin metingen komen te staan en kolommen die berekend worden
    • ik geef in de kolomkop aan welke (eventuele) berekening er plaats vindt

  • invullen gegevens:
    • ik vul de gegevens in de tabel in, zodanig dat op één rij gegevens staan die bij elkaar horen.

✷ BEGINNERSNIVEAU

  • ik vraag mij van te voren niet af wat er in de eerste kolom en in de andere kolom moet komen, ik doe gewoon maar wat
  • ik zet achter alle waardes de eenheid en zet het niet in één keer boven de betreffende kolom
  • ik let er niet op of de waardes in een andere eenheid staan dan boven de kolom staat
  • ik weet het verschil niet tussen de ‘factor (grootheid) die invloed heeft’ en de ‘factor (grootheid) die ik te weten wil komen’
  • ik weet niet het verschil tussen gemeten waardes en berekende waardes
  • ik rommel maar wat aan met mijn handschrift en trek lijnen zonder hulp van mijn geodriehoek
  • ik let er niet op of er bij bijvoorbeeld tijdstip 0 ook een waarde gemeten is, maar begin gewoon ergens

✷ ZIE OOK…