Aflezen analoge meetinstrumenten

✷ EXPERTNIVEAU

Aflezen van een schaalverdeling

Als ik de linker meting op expertniveau doe, zou ik uit moeten komen op v = 5,6 m/s. Voor de rechter meting zou ik uit moeten op x = 4,8 cm.
  • ik sta loodrecht voor de meting en ben nauwkeurig en geconcentreerd bezig
  • ik geef elk streepje op de schaalverdeling de juiste waarde met behulp van de getallen die erbij staan
  • ik kijk tussen welke twee streepjes de wijzer (of de lijn, of de naald, etc) staat en bepaal daarmee alvast de minimale en de maximale waarde van de meting
  • ik geef een zorgvuldige schatting van hóe ver de wijzer tussen de twee dichtstbijzijnde streepjes staat
  • ik noteer de afgelezen waarde zorgvuldig en bedenk goed met hoeveel cijfers nauwkeurig ik dat doe
  • ik schrijf bij de afgelezen waarde de juiste eenheid op

Spiegel

  • Wanneer een meetinstrument een spiegel naast de schaalverdeling heeft, zorg ik er voor dat ik zó voor de opstelling sta dat de wijzer (of naald e.d.) en zijn spiegelbeeld precies gelijk vallen; op die manier sta ik precies loodrecht voor de meetopstelling.

Glaswerk

  • Bij glaswerk ontstaat vaak een bolling aan het vloeistofoppervlak. Voor het aflezen gebruik ik dan de onderkant van de bolling, daar is het glaswerk namenlijk op geijkt. Bij enkele vloeistoffen ontstaat een holling, ik lees dan de bovenkant af.

✷ VOORBEELDEN

Voorbeeld 1 (figuur hierboven, links)

  • ik sta loodrecht voor de schaalverdeling
  • ik zie slechts 2 streepjes en die hebben al een waarde meegekregen, nul en één
  • de naald staat tussen die twee streepjes, dus de waarde is niet kleiner dan 0 en niet groter dan 1
  • ik schat dat de naald op ongeveer één-derde tussen de twee streepjes staat
  • ik kom dus uit op een waarde van 0,3 – één cijfer nauwkeurig
  • omdat we de massa aan het meten zijn, noteer ik m = 0,3 kg

Voorbeeld 2 (figuur hierboven, rechts)

  • ik sta loodrecht voor de schaalverdeling
  • ik bestudeer dat de schaal is onderverdeeld in stapjes van een-tiende; elk streepje is een stapje van 0,1
  • de naald staat voorbij het streepje dat 0,3 aangeeft en voor het streepje dat 0,4 aangeeft; de waarde van de meting is dus in ieder geval groter dan 0,3 en kleiner dan 0,4 – maar hoeveel?
  • ik schat dat de naald iets meer dan één-derde en voor iets minder dan de helft tussen die twee streepjes staat, vier-tiende dus
  • ik kom dus uit op een waarde van 0,34 – twee cijfers nauwkeurig
  • omdat we de massa aan het meten zijn, noteer ik m = 0,34 kg

✷ BEGINNERSNIVEAU

  • Ik heb geen benul van de grootheid en de eenheid die hoort bij mijn meting.
  • Ik neem niet de tijd voor een zorgvuldige meting.
  • Ik sta niet recht voor de schaalverdeling maar kijk er schuin naar.
  • Ik geef niet elke streepje van de schaalverdeling eerst een waarde waartussen ik dan straks moet gaan schatten.
  • Ik weet niet dat ik precies 1 cijfer moet schatten tussen streepjes van de schaalverdeling.
  • Ik weet niet dat aflezen van analoge meetinstrumenten aan de basis ligt van significantie.
  • Dat er een verschil is tussen analoge en digitale meetinstrumenten weet ik niet.

✷ ZIE OOK…