✷ EXPERTNIVEAU
Ik teken een grafiek bij een tabel met behulp van het volgende schema:
- ik neem de tabel over in mijn eigen werk
- ik teken een grafiek altijd met potlood
- ik teken een horizontale as met de gegevens van de 1e kolom van de tabel; ik neem steeds even grote stappen en zet de getallen langs de as
- ik teken een verticale as met de gegevens van de 2e kolom van de tabel. Ik kijk naar het grootste getal en maak een handige verdeling langs de verticale as
- op elke as moet ik de waarden per hokje steeds met gelijke hoeveelheden laten toenemen; zo’n hoeveelheid heet de stapgrootte of eenheid.
- de stapgrootte op de horizontale as hoeft niet gelijk te zijn aan die op de verticale as.
- soms wordt met een zaagtand (scheurlijn) een gedeelte van de verticale as weggelaten; dit zorgt er dan voor dat niet een heel groot stuk van het assenstelsel ongebruikt blijft.
- ik maak de grafiek niet te klein, minstens 10 x 10 cm
- ik schrijf informatie (grootheid en eenheid) bij de assen
- ik teken de punten uit de tabel in het assenstelsel en trek een vloeiende kromme of een rechte lijn door de punten
- ik zet een titel boven de grafiek
✷ VOORBEELD
Bora is een koude, stormachtige wind, die rond de Adriatische Zee voorkomt. Op zo’n Boradag werd de windsnelheid om de twee uur gemeten.
- ik neem de tabel over in m’n eigen werk
- ik ga de grafiek tekenen met potlood
- ik maak de grafiek niet te klein, ongeveer 10 x 10 cm
- ik teken een horizontale as met de gegevens van de bovenste rij van de tabel; dit wordt dus de tijd-as
- ik neem steeds even grote stappen
- ik kies 1 cm = 2 uur, de horizontale as wordt dan 7 cm lang
- ik zet de getallen langs de as
- ik teken een verticale as met de gegevens van de onderste rij van de tabel; dit wordt dus de windsnelheid-as
- verticaal ga ik een zaagtand gebruiken, omdat lage windsnelheden niet voorkomen
- ik begin de verticale as dan bij 36 cm, iets onder m’n laagste waarde
- het grootste getal in de tabel is 55, nu bereken ik 55 – 36 = 19 km/u, dus het gebied dat de grafiek beslaat is zo’n 19 km/u
- dit gebied deel ik door 10 om m’n stapgrootte of eenheid te krijgen, dus 19 : 10 = 1,9 km/u
- omdat je altijd mooie ronde getallen moet nemen, kies ik niet 1 cm = 1,9 km/u maar 1 cm = 2 km/u
- ik zet de getallen langs de as
- ik schrijf informatie bij de assen
- horzontale as: tijd in uren
- verticale as: windsnelheid in km/u
- ik teken de punten uit de tabel in het assenstelsel
- ik trek een vloeiende kromme door de punten
- ik zet de titel boven de grafiek.
✷ BEGINNERSNIVEAU
- ik teken een grafiek met een pen en zonder liniaal
- ik weet niet wat er langs de horizontale as moet komen te staan.
- ik weet niet wat er langs de verticale as moet komen te staan.
- ik kies het assenstelsel veel te groot of veel te klein
- ik kan niet uitrekenen hoeveel ik per hokje (de stapgrootte) langs de assen moet nemen
- ik weet niet hoe lang de assen moeten zijn
- ik verbind de punten niet met een lijn
- ik zet niet een titel boven de grafiek